Onderzoek van de Universiteit van Wageningen toont aan dat mosselen dé oplossing kunnen vormen voor het verminderen van de milieubelasting van ons voedsel. Mosselkweek heeft namelijk een relatief lage uitstoot van broeikasgassen, verbruikt geen zoet water en neemt geen land in gebruik. Bovendien zijn mosselen een duurzame bron van hoogwaardige eiwitten, fytosterolen, omega-3 vetzuren en andere belangrijke micronutriënten (bijv. vitamine B-12 en ijzer). Schelpdieren zijn dus mogelijk een ideaal duurzaam alternatief voor vlees, gevogelte en vis.
Een groot voordeel van schelpdieren is de lage uitstoot van broeikasgassen. Ter vergelijking kost bijvoorbeeld de productie van 1 kg rundvlees 19,0-36,7 kg CO₂ of de productie van 1 kg gekweekt zalm 4,2-5,4 kg CO₂, terwijl de productie van 1 kg mosselen slechts 0,6 kg CO₂ kost. Daarnaast hoeven er geen antibiotica en pesticiden aan het water te worden toegevoegd. Door elke week het vlees één keer te vervangen met mosselen, wordt per week de CO₂ uitstoot met 14,3 kg verminderd.
Naast de lagere milieubelasting, vormen mosselen een uitstekende bron van hoogwaardige eiwitten. Deze zijn belangrijk voor gezonde spieren en voor een goede levenskwaliteit op latere leeftijd. Bovendien bevatten mosselen bijna evenveel eiwitten als rundvlees, terwijl de inname van vet wordt verminderd en de inname van ijzer zelfs toeneemt. Omwille van gezondheidsredenen, adviseert het Nederlandse Voedingscentrum dan ook om één keer per week vis te eten.
Aangezien het eten van mosselen kan leiden tot een betere gezondheid en tot een lagere milieubelasting, adviseren onderzoekers om meer mosselen te eten. Mosselen bevatten namelijk belangrijke voedingsstoffen en dienen als een duurzaam alternatief voor vlees, gevolgelte en vis.
Bron: Van den Bogaart, L. (2021). Kunnen mosselen éen keer per week ons biefstukje vervangen? University & Research Wageningen